Als we niets doen groeit sociale ongelijkheid uit tot de betonrot van onze democratie
Door Lodewijk Asscher
De kansenongelijkheid in Nederland ondermijnt niet alleen individuele levens, maar vormt ook een bedreiging voor de maatschappelijke vrede, betoogt oud-PvdA-leider Lodewijk Asscher in de Thorbecke-lezing. Daarom verdienen arme wijken meer aandacht van de overheid.
De bestorming van het Capitool
Wie de hoorzittingen over de Amerikaanse congresbestorming op 6 januari 2021 volgt ziet een angstaanjagend beeld. Een woedende menigte die het huis van de democratie bestormt. Een vicepresident die zich met vrouw en dochter in een parkeergarage verschuilt, terwijl honderden landgenoten scanderen dat hij moet worden opgehangen. Een zittende president die op dat moment tweet dat: “Mike Pence niet genoeg moed had om te doen wat nodig was”. Amerikaanse toestanden? Kan nooit in Nederland gebeuren? Ik weet het soms niet meer zo zeker.
In mijn lievelingsboek The Plot against America stelt schrijver Philip Roth die ultieme what if-vraag. Kon de geschiedenis ook anders lopen? Hoe zou het gegaan zijn als niet Roosevelt maar een Duitsland vriendelijke kandidaat president was geworden in de oorlogsjaren? Een poldervariant is makkelijker te construeren dan comfortabel is. Een renaissancevloot van trekkers die in een waas van complotwoede oprukt naar Den Haag…. ’s. Wetteloosheid, woede en extreemrechtse agitatie zijn niet lange onvoorstelbaar. Avonds in Op1 een advocaat, een zanger en een cabaretier in gesprek over de vraag of de sloop van het Binnenhof eigenlijk niet een vorm van vrijheid van meningsuiting is…
In mijn opvoeding klonk altijd door hoe belangrijk het is dat mensen beschermd worden. Beschermd tegen een willekeurige overheid. Recht op de eerbiediging van je grondrechten en gelijkheid voor de wet. Juist ook als je tot een minderheid behoort. De zekerheid dat je stem ertoe doet, dat je gehoord wordt, dat besluiten die over jouw leven gaan niet zonder jou genomen worden. Dat de politiek er voor jou is en dat je invloed hebt op de keuzes die jou aangaan. Mijn ouders spraken over de democratische rechtsstaat alsof het de puppy van de buren betrof. Ze waren er dol op, maar het was een kwetsbaar en onrustig bezit.
Staat van de democratie
Hoe staat onze democratie ervoor? Wat zou Thorbecke ervan denken?
In zijn Thorbeckelezing uit 2018 laat Tom van der Meer overtuigend zien dat het met de democratische geaardheid van ons land nog best meevalt. Gelukkig maar.
Toch zie je in veel landen griezelige ontwikkelingen. In Frankrijk worden verkiezingen gewonnen maar verliezen hele bevolkingsgroepen het vertrouwen in de democratie. In Polen en Hongarije worden de rechten van minderheden uitgehold. In de VS werd een serieuze partij gekaapt door complotdenkers en machtsfanaten. Van de opkomst van neofascisme in verschillende landen tot de brute oorlog in Oekraïne.
Wie denkt dat we in Nederland op een eiland van vertrouwen en stabiele democratische instituties leven heeft het helaas mis. De opkomst bij de raadsverkiezingen was zo laag – in Rotterdam 37 procent – dat er links en rechts onderzoeken zijn aangekondigd. Er werd een koppeling gelegd met de lange kabinetsformatie en het beruchte 1 april debat over de functie elders. Als belangrijkste antwoord vanuit Den Haag werd de nieuwe bestuurscultuur afgekondigd. Met radicale ideeën van premier Rutte en nieuw leiderschap van Sigrid Kaag.
Intussen hebben wij als burgers al even kunnen genieten van die nieuwe bestuurscultuur. En wat vindt u? Helpt het al een beetje?
De vraag die ik in deze Thorbecke lezing wil adresseren is hoe het komt dat het horrorscenario dat ik aan het begin van mijn lezing schetste toch realistischer is dan we prettig vinden. En mijn stelling is dat dat niet komt door onze basale democratische geaardheid, niet door de toon van het debat en niet door de versplintering. Er ligt iets anders aan ten grondslag. Als bestaanszekerheid een schaars goed wordt voor een grote groep mensen, als wanhoop
Misschien is het interessant iets verder in te zoomen op de plekken waar het democratisch tapijt het dunst is. Waar was de opkomst het laagst?
De opkomst is lager in arme gemeenten dan in rijke. De opkomst is lager waar mensen het moeilijk hebben en de overheid dus juist harder nodig hebben.
Mag ik u meenemen naar Heerlen Noord? Toen ik het afgelopen jaar letterlijk afstand nam tot politiek den haag ben ik daar gaan werken. Wat vertellen de cijfers ons? In de jaren 70 gingen de laatste mijnen dicht. Een dramatisch moment toen lange Jan, zo heette de laatste mijnschacht, werd omgehaald. De toren viel de verkeerde kant op en er raakte wonder boven wonder niemand gewond. Voor Heerlenaren was het een soort 9/11 moment. Een van de rijkste steden van Nederland werd een van de armste. Vandaag, een halve eeuw verder zijn er meer een oudergezinnen, is er meer armoede, meer werkloosheid, meer uitkeringsgebruik minder kansen op werk, lagere uitstroom uit het onderwijs en gaan mensen 6 jaar eerder dood dan in Heerlen Zuid. IN heel Nederland wonen ongeveer een miljoen mensen in dit soort wijken. In Amsterdam Zuidoost, Leeuwarden Cambuur, Rotterdam Zuid. Maar ook in Nieuwegein, in Lelystad Oost en in Tilburg.
Ongelijkheid
Waarom doet dit er nou toe? Omdat in een democratische samenleving waarin het samen wegvalt, ook het democratische leven wegvalt. Ongelijkheid splijt een samenleving. Thorbecke zei het in zijn lezing Over het hedendaagsch staatsburgerschap (1844) zo:
‘Wanneer met toeneemenden rijkdom aan den eenen, armoede aan den anderen kant zich uitbreidt; wanneer de rijke nog rijker, hij, die weinig heeft, nog armer moet worden; wat is de wetgeving, die allen Staatsburgerschap aanbiedt onder eene door weinigen bereikbare voorwaarde, wat is die wetgeving, tenzij ironie.’
Of, zoals Den Uyl het in Om de kwaliteit van het bestaan in 1963 zo treffend verwoordt:
‘De kwaliteit van ons aller bestaan wordt in werkelijkheid niet uitsluitend en zelfs niet in de eerste plaats bepaald door een overvloedige particuliere consumptie van materiële goederen, opgejaagd door een ongeremde reclame. Voor ons gezamenlijk welzijn moeten van evenveel of van nog groter belang worden geacht: de mate van sociale rechtvaardigheid die in onze samenleving is gerealiseerd, een stabiele economische ontwikkeling, goed-functionerende gemeenschappelijke voorzieningen, de democratische inrichting van de samenleving, gelijke kansen op ontplooiing en mogelijkheden tot het deelhebben aan de cultuur’
Wie dan kijkt naar hoe de Amerikaanse democratie op het randje van de afgrond balanceerde, ziet dat die problemen veel groter zijn dan Trump. Met zulke grote verschillen in vermogen ontbreekt er een gemeenschappelijke droom om hogerop te komen.
Doet Nederland het veel beter dan de VS? Per nacht slapen bijna 10.000 kinderen in de daklozenopvang. En tegelijkertijd kregen Nederlandse miljardairs er sinds de corona-uitbraak negen miljard euro bij. In ons land. Wat een contrast. Geen geld voor het schoolreisje, geen nieuwe kleren, in de rij bij de voedselbank. Schulden. Van tijdelijk contract naar tijdelijk contract. En tegelijkertijd een bovenlaag van mensen die het meer dan goed hebben. Ik vind dit niet te verteren.
De ongelijkheid in kansen in Nederland ondermijnt niet alleen individuele levens. In mijn ogen vormt ze een bedreiging van de maatschappelijke vrede. Solidariteit in een samenleving is uiteindelijk gebaseerd op wederkerigheid, op de verwachting dat iedereen tot op zekere hoogte voor elkaar in staat.
Twee vormen van ongelijkheid nader beschouwd: gezondheid en opleiding
Gezondheid
Een van de meest pijnlijke en schrijnende vormen van ongelijkheid is die van gezondheid. Het is al heel lang bekend dat Nederland op dat vlak lang niet zo egalitair is als we zelf graag willen geloven.
Sociaal-ecoomische gezondheidsverschillen zijn verschillen in gezondheid en levensverwachting afhankelijk van iemands positie in de maatschappij, veelal uitgedrukt in sociaal economische status (SES). Sociaal economische status wordt bepaald op basis van opleiding, inkomen en positie op de arbeidsmarkt. SEGV zijn over de hele wereld aangetoond. In Nederland leven mensen met basisonderwijs of vmbo gemiddeld 4 jaar korter en zelfs 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid dan mensen met hbo of een universitaire opleiding.1 Naast opleiding zijn ook inkomen en positie op de arbeidsmarkt belangrijke algemene indicatoren voor de sociaaleconomische status en daarmee voor gezondheid. Naarmate het inkomen hoger is, is de gezonde levensverwachting hoger. En het hebben van bijvoorbeeld een bijstandsuitkering of schulden hangen samen met een slechtere gezondheid.
We zagen het ook tijdens de coronacrisis. Dit voorjaar meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek de kille feiten over waar de klap van Corona het hardst gevoeld wordt. In de Eerste Golf stierven meer mensen met een laag inkomen of een migratie-achtergrond. Maar, voegt het CBS toe. Dat wijkt niet af van de ‘normale’ situatie. De dood komt toch al vroeger in de achterstandswijken: het past in een trend. In Heerlen Noord, Rotterdam- Zuid of Lelystad Oost, in gebieden waar de problemen stapelen is ongelijkheid niet iets abstracts maar voelbaar en zichtbaar.
In de Eerste Golf heerste het virus ongenadig in Brabant en Limburg, meegebracht van de wintersport, verspreid met carnaval. Het land was overrompeld. De saamhorigheid groot: ‘samen krijgen we Corona onder controle’ hing op de Matrixborden boven de lege snelwegen. Maar kwetsbaren werden het hardst geraakt.
In de Tweede Golf werd het verschil nog groter. Het sterfterisico voor lage inkomens was beduidend hoger dan het toch al hogere risico in de Eerste Golf. Bij mensen onder de 70 was het risico voor mensen met een laag inkomen om te overlijden 3,8 keer zo groot!
Vooral de mensen in de achterstandswijken stierven. Zij waren al minder gezond. Leefden al ongezonder ook. Dichter bij elkaar wonen met meer generaties. Geen beroep waar mee “we met zijn allen thuiswerken” maar juist de essentiële beroepen en dus meer risico besmet te raken. De lockdowns waren in heel Nederland slecht voor kinderen, maar in deze buurten een nachtmerrie.
DIt zijn de wijken waar het vertrouwen het laagst is. In de overheid. In de instituties. Hier hebben mensen te maken met armoede, met werkloosheid, met onveiligheid. In Nederland kennen we 16 stedelijke gebieden waarin dit soort problemen zich opstapelen. Verspreid door het hele land. In die gebieden en vergelijkbare buurten wonen ruim een miljoen Nederlanders.
Dit lage vertrouwen vertaalt zich in een lagere vaccinatiegraad. De gevolgen kan je uittekenen: Meer besmettingen. Vaker ziek. Ernstiger ziek, omdat ze al minder gezond waren. Zo is de schrijnende ongelijkheid die we al hadden verdiept door Covid.
De dood komt eerder in de achterstandswijken. En het vertrouwen vertrekt.
De meritocratische valkuil
Een tweede vorm van ongelijkheid die afgelopen jaren verdiept is, is de opleidingskloof. We leven in een meritocratisch paradijs zou je denken. Wie zijn best doet kan alles worden, daarmee is ook de kern van het gedachtengoed van de dominante politieke klasse gevat: succes is een keuze! Helaas is dan pech al gauw je eigen schuld. De afgelopen jaren zijn een aantal belangrijke boeken verschenen waarin de meritocratische valkuil werd ontmaskerd. Listen liberal, van Thomas Frank is een bijtende aanklacht tegen de progressieve klasse die sinds president Clinton het ivy league denken tot hoogste norm verheven heeft, intussen de grote groep Amerikanen vergetend. Michael Sandell heeft met The Tyranny of merit een ijzersterk boek geschreven over het verdwijnen van het publieke goed nu alles moet worden teruggevoerd op verdienste. Markovitz schreef in mijn ogen de beste economische analyse van de prijs die betaald wordt door heel veel gewone mensen in zijn Meritocracy trap.
Is de ongelijkheid te groot en te chronisch geworden dan verdwijnt die solidariteit. De gelukkigen aan de goede kant van de kloof bekommeren zich steeds minder om de andere kant. Vanuit het zelfgenoegzame idee dat succes een keuze is en dus opleidingsniveau een product is van inzet neemt de bereidheid af om bij te dragen aan publieke goederen en structuren ten behoeve van de samenleving als geheel. Socioloog Robert Putnam beschrijft dit proces treffend en schrijnend in zijn boek Our Kids. Waar in zijn jeugd our kids ging over de kinderen van de gemeenschap wordt de uitdrukking nu alleen nog gebruikt om over de eigen biologische kinderen te spreken.
So what, kun je denken en is ook vaak de liberale reactie. Een gevaarlijke nonchalance. Op termijn is een samenleving zonder solidariteit geen samenleving. Als een te grote groep niet echt kan meedoen zal dat leiden tot fragmentatie en zullen ook de instituties die er voor iedereen zijn steeds meer bekeken worden vanuit het perspectief van de klasse en de eigen sociale omgeving. De rechterlijke macht, de politiek, de Europese Unie, de gezondheidszorg (vaccinaties!), vertrouwen zal zich verdelen langs dezelfde lijnen en ongelijkheid kan uitgroeien tot betonrot voor de democratische rechtsstaat.
Ik besprak zojuist al bij de ongelijkheid in gezondheid: het verschil in opleidingsniveau vaak bepalend.
Wat is de oplossing? Er schuilt een groot gevaar in het verder verabsoluteren van een academische graad als toegangsbewijs voor de succesvolle samenleving.
Mensen die jong moesten gaan werken, mensen die niet meekonden op school, mensen die geen achtergrond hebben waarin doorleren normaal was ervaren de lofzang van de hoger opgeleiden op hun eigen succes vaak als vernedering. In The meritocracy trap die ik eerder noemde beschrijft econoom Daniel Markovits hoe dit niet alleen tot een gevoelsmatige vernedering leidt maar ook hoe het schade kan doen aan de economische ontwikkeling van een land en hoe het ongelijkheid in kansen vergroot. In Listen liberal toont Thomas Frank huiveringwekkend scherp aan hoe ook de zogenaamde progressieve partijen in de VS (en hier moet ik daaraan toevoegen) hieraan hebben bijgedragen.
De meritocratische valkuil leidt tot grote verschillen in kansen maar het vernederende effect zorgt ook voor een mentale kloof. Het absolute geloof in hoger onderwijs als dat theoretisch onderwijs is heeft geleid tot een enorme onderbenutting van het beroepsonderwijs. Emancipatie van vakmanschap, van de onmisbaren met hun essentiële beroepen zijn nodig. Bovendien moeten we de aandacht verleggen naar wat mensen kunnen in plaats van naar welk diploma ze hebben. Competenties of skills zijn een emancipatie instrument.
We leven in een gevaarlijke periode. Oorlog in Oekraïne. Stijgende rente, stijgende inflatie. Een energiecrisis en de klimaatcrisis. Corona heeft huisgehouden en komt opnieuw. Gezondheid, kansen op duurzame bestaanszekerheid, een woning, het wordt steeds schever verdeeld. De ongelijkheid groeit.
Bij gebrek aan een serieus offensief tegen die ongelijkheid is het staren van de navel van de nieuwe bestuurscultuur een natte dweil in het gezicht van de velen die het moeilijk hebben. Je moet in grote weelde leven om bestaanszekerheid ouderwets te noemen. Verschillende studies onderstrepen allemaal het verband tussen stijgende ongelijkheid en kwetsbaarheid van de democratie. Zover mogen we het niet laten komen.
Red de democratie, bestrijd de ongelijkheid
Dus wat moet er gebeuren?
Zoals John F Kennedy ooit zei: The rights of every man are diminished when the rights of one man are threatened. De enige samenleving die iedereen met respect behandeld is degene waar rechten je toekomen op basis van burgerschap, niet op basis van tot welke groep je toevallig behoort. Een democratie kan tegelijkertijd alleen duurzaam functioneren als de rechterlijke macht erin slaagt de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van vereniging en de naleving van de regels die het politieke en electorale proces beheersen, te waarborgen.
Als we vrede en vooruitgang willen behouden, de stem van het volk én de rechten van het individu, dan zijn buitengewone maatregelen nodig om onze democratie en onze rechtsstaat te beschermen.
Uiteindelijk bepalen we samen de toekomst en daarmee de geschiedenis. Uit The Plot against America komt deze passage die mijns inziens benadrukt welke rol wij zelf te spelen hebben in het bepalen van de geschiedenis
‘And as Lindbergh’s election couldn’t have made clearer to me, the unfolding of the unforeseen was everything. Turned wrong way round, the relentless unforeseen was what we schoolchildren studied as ‘History’, harmless history, where everything unexpected in its own time is chronicled on the page as inevitable. The terror of the unforeseen is what the science of history hides, turning a disaster into an epic’
Het is erop of eronder: een nog grote groep dreigt definitief af te haken. Toenemende ongelijkheid en eroderend vertrouwen vormen een giftige mix. De kans op een gelukkig en gezond leven moet voor iedere Nederlander bereikbaar zijn. Laat de nieuw te vormen colleges met de partners in de stad en met het Rijk de wijken optillen. De corporaties, de werkgevers, de schoolbesturen, de zorg.
Laat politiek Den Haag de handschoen oppakken. Het is een principiële keuze: bewoners hebben gezien hoeveel geld er kwam – terecht! – om de economie te stutten. Whatever it takes was het devies. Bewoners zien hoeveel geld er is – terecht! – om de klimaatverandering tegen te gaan.
Hoe zit het dan met de meest basale aanspraak: de kans op een gezond en gelukkig leven?
‘De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid’. Het is artikel 20 van onze grondwet. Maar over bestaanszekerheid en de kans op een gezond en gelukkig leven is het regeerakkoord pijnlijk zwijgzaam.
Wat moet gebeuren: samen met bewoners in deze wijken de draad weer oppakken, zorgen voor betere kansen voor de kinderen. De woningen isoleren tegen de energie armoede én CO2 uitstoot. De veiligheid herstellen. Goed werk in plaats van uitkeringen. De gezondheidsverschillen bestrijden, niet door van iedereen een topsporter te willen maken, maar bijvoorbeeld gewoon door ouderen niet te laten vereenzamen en wat vaker uit te nodigen voor een kopje koffie en een wandeling.
Wil je wat aan de vertrouwenscrisis doen, verbeter dan de wijken. Zorgen over de opkomst in onze democratie? Investeer in de wijken.
Dat kan alleen als we het samen doen. Ongelijk investeren om de ongelijkheid te bestrijden. Met een herstelplan voor deze wijken als onderdeel van een Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. De mentaliteit van de eerste dagen van de Coronacrisis is nodig: Whatever it takes.
Thorbecke beschrijft de ongelijkheid als probleem in zijn lezing Over het hedendaagsch staatsburgerschap (1844)
‘In het oog der wet onzer dagen is men zonder bezit niet zelfstandig. Die niet heeft of in zijn onderhoud naauwelijks kan voorzien, hangt van anderen af. Zijn blik, gebonden aan de eigen dagelijksche behoefte, kan zich tot de algemeene zaak niet verheffen. Men wordt geroepen om te stemmen in de onderstelling, dat men een eigen wil hebbe. Hoe zou hij, die niet vrij is, die niet over zooveel uitwendig goed gebiedt om zich zelven te helpen, kunnen regeren?’
Vandaag de dag is het niet de wet die het mensen zonder bezit verhindert deel te nemen. Maar als de ongelijkheid tot gevolg heeft dat een grote groep mensen zich niet vertegenwoordigd voelt en ieder vertrouwen verliest, verliezen ze niet hun stemrecht maar blijven ze wel thuis. Voorwaar een gevaarlijke situatie voor een democratie. Daarom: red de democratie, bestrijd de ongelijkheid!